text-story

De agressor

Sassoferrato, Italië,

Gillend komt de man uit het bos rennen. Hij is overduidelijk in paniek, zwaait wild met zijn armen en moet onderweg een slipper zijn verloren, want hij draagt er nog maar één. Zijn hoofd is omhuld door een wolk zoemende wespen. In één rechte lijn spurt hij naar zijn tent, waar zijn vrouw en kinderen voor zitten, met als overduidelijk doel een handdoek die op hun waslijn hangt te drogen. Dit moet zijn nieuwe wapen worden in zijn strijd tegen de zwerm. De paniek van de vader slaat echter over op zijn gezin. Zijn zoon begint te huilen, waarop zijn dochter volgt en zijn vrouw roept:

        ‘Je lokt ze naar ons toe! Niet hierheen komen!’

       Na dit bevel blijft hij vertwijfeld staan; een kort moment van besluiteloosheid waar de beesten gelijk gebruik van maken. Hij wordt gestoken door 6 wespen. 

Na dit bevel blijft hij vertwijfeld staan; een kort moment van besluiteloosheid waar de beesten gelijk gebruik van maken.

De pijn zet hem weer in beweging en door de adrenaline rent hij nu minstens twee keer zo hard. Ik volg het tafereel met veel interesse vanaf mijn campingstoel, terwijl ik nog een blik bier opentrek. Hij verandert van richting en doel en stormt nu op het zwembad af. De zwemmers daarin worden gewaarschuwd door zijn geschreeuw en proberen snel een goed heenkomen te zoeken. Met een grote plons duikt de ongelukkige in het water. De wespen blijven zoemend rond cirkelen boven de luchtbubbels waar hij onder de oppervlakte verdween. Hij blijft lang onder. Bijna zorgwekkend lang. Als hij zich precies op de kruising tussen verdrinken of een nieuw onderwaterrecord bevindt, blazen de insecten één voor één de aftocht. Proestend en happend naar adem komt de voortvluchtige weer boven. Er is geen wesp meer te bekennen en even blijft hij aan de oppervlakte drijven. Hij lijkt op adem te moeten komen.

        Moeizaam hijst hij zich op de kant, waarbij zijn welvaartsbuikje even onder zijn shirt vandaan kruipt, en druipend loopt hij terug naar zijn gezin. Hij ziet er opgelucht uit. Voor hen is dit waarschijnlijk een grappige anekdote voor thuis. Ik denk dat de man als een reus op het thuis van de geel-zwart gestreepte dieren is gestapt en het verwoest heeft.

        Mijn bier is op. Ik sta op en loop mijn tent in om uit de koelkast een nieuwe te pakken.